Bij sommige mensen zit het vak in de genen. Zoals bij Ruben Kuiper, kraanmachinist bij Van Mourik Beekbergen B.V. Grondverzet en Cultuurtechniek. Als kind – en nu nog steeds - vond hij machines helemaal geweldig. “Maar ik had helemaal geen connecties in die richting” zegt Ruben lachend. “In de familie zat ook geen machinist en daarbij woonde ik ook nog in een stad, dus door de omgeving kwam het ook niet. Maar ik wist dat ik iets met een machine moest doen, dus ben ik de opleiding Voertuigtechniek gaan doen op het vmbo. Toen kwam ik er ook achter dat er een machinistenopleiding bestaat op het Soma-college in Harderwijk. Ik heb me direct daarvoor ingeschreven en vervolgens ben ik zo het werk ingerold.”
Een hechte band met elkaar
Zijn eerste werkervaring bleek gelijk een voltreffer. Ruben begon acht jaar geleden als stagiair bij Van Mourik en is er niet meer weggegaan. Dan heb je het ongetwijfeld goed naar je zin. “Zeker” zegt Ruben. “Het bevalt super. Het is een schitterend bedrijf, met mooie jonge machines en een hechte groep collega’s. We staan er ook om bekend dat er een goede werksfeer bij ons is.”
Er is een hechte band met de collega’s onderling maar ook met de directie. Ruben: “Gemiddeld zijn er om de twee jaar functioneringsgesprekken. Die zijn prettig om te weten waar je als bedrijf en als medewerker staat en wat er beter zou kunnen, maar de band is zo goed dat je het hele jaar door wel weet waar je aan toe bent. Er zijn dus geen verborgen gebreken die tijdens een functioneringsgesprek pas aan de orde komen. Ook mijn werk-privé balans is dik in orde. Ik heb genoeg vrije tijd maar ik zit natuurlijk wel in een bijzondere positie. In het loonwerk zie je soms hele extreme werktijden die ook nog eens enorm fluctueren. Wij doen geen loonwerk dus we zijn zelden tot ’s avonds laat druk. We werken zoals in de bouw, van 7.00 tot 16.00 uur. Maar iedereen heeft hier dezelfde mentaliteit: als er ’s avonds wat moet gebeuren dan is dat geen enkel probleem.”
Elektrische machines hebben de toekomst
Ruben is gek op zijn vak en kan er nooit genoeg over lezen en weten. “Om bij te blijven, lees ik de vakbladen en volg ik partijen op sociale media. Voor veiligheid krijgen we toolboxmeetings, dus zo blijf je ook bij op dat gebied. Ik vind het ook interessant om alle ontwikkelingen in het vak te volgen, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid. Ik volg ook de innovaties op de voet zoals elektrische voertuigen. Daar houd ik me veel mee bezig en vind het heel interessant. Mijn kraan is een diesel maar dat heeft natuurlijk de toekomst niet. Je moet er wel rekening mee gaan houden. Maar de rupskranen gaan voor de mobiele kranen, dus ik ben nog niet aan de beurt. Wat gps betreft, dat zit bij ons op twee kranen met vaste machinisten. Zelf werk ik er niet mee. Gps is handig bij het grotere grondverzet of grootschalige wegenbouw. Ik zit met mijn mobiele kraan op kleinere wegenbouwprojecten en kleinere projectontwikkeling bij gemeentes en zo. Dit werkterrein bevalt me ook prima. Maar me op dat terrein verder ontwikkelen zou ik prima vinden.”
De machinist blijft de baas
Kranen kunnen steeds meer zelf, maar Ruben ziet het niet gebeuren dat de kraan ook zelf de machinist gaat uithangen. “Op school hoorde je die verhalen al en dat er een beetje angst heerste dat de vakman straks niet meer nodig is. Ik ben er niet bang voor omdat de manier van werken vaak het geld verdient. Een ervaren machinist kan nog efficiënter worden wanneer er dingen van hem overgenomen worden. Ik zie het dus als een aanwinst en niet als een bedreiging voor de sector.”