Als jongen van een jaar of 15,16 fietste Anton van Impelen over de Schadewijkerweg in Odijk. Hij zag een prachtige plek en droomde dat hij daar ooit het familiebedrijf voort zou kunnen zetten. 25 jaar later is zijn jongensdroom werkelijkheid geworden. Samen met zijn neef runt hij op die plek Loonbedrijf A.N. van Impelen Werkhoven B.V. en heeft hij zo’n 40 man aan het werk.
“En die maken vaak lange dagen” zegt Anton. “Maar ja, dat hoort bij het vak. Het heeft z’n charme, maar is soms ook de grootste bottleneck. Je bent nooit klaar. Dat komt ook doordat wij grondverzet en landbouw combineren. De jongens komen uit de bouw en rijden dan nog even langs een agrarische klant om te bemesten, te hakselen en noem maar op. Eind september begint de mais weer en wordt het in de bouw ook druk, want dan loop je alweer naar de kerst toe en zo is het altijd wat. Maar we rouleren goed door waardoor het voor een ieder goed is vol te houden. In mei en juni is het heel druk en wordt het wat lastig, maar gemiddeld houden ze genoeg vrije tijd over. Bovendien kun je niet altijd alleen met dezelfde mensen werken, want dan sta je de ontwikkeling van anderen in de weg. Het is een beetje yin yangen noem ik het altijd maar. Daarnaast moet je proberen te luisteren naar de signalen van je personeel. In de drukte lukt dat niet altijd, maar je moet ze wel opmerken.”
“Veilig, gezond en met plezier aan het werk”
Anton en zijn compagnon, Erik van Impelen, doen er alles aan om hun mensen zo lang mogelijk veilig, gezond en met plezier aan het werk te houden. Anton vindt dat een hele kunst, maar heeft er wel ideeën over: “Onze filosofie zit op het sociale vlak. Wie goed doet, goed ontmoet, zeg ik altijd. Wij gaan als directie voorop in de strijd. Ik ben ervan overtuigd dat als je dat als werkgever doet, de rest het dan ook doet. Als ik tot 8 uur op mijn bed blijf liggen, gaat het de jongens tegenstaan.
Verder hebben de grondwerkers een eigen auto, de trekkerchauffeurs hebben in principe een vaste trekker en kraanmachinisten hun eigen kraan.”
“Geef goede feedback en je ziet ze groeien”
Anton probeert ook altijd te achterhalen of er iets dwars zit bij zijn jongens. Dat valt niet altijd mee maar daarvoor zijn er ook nog de functioneringsgesprekken. Anton: “Alle jongens vinden dat prettig. Vooral dat ze een stukje feedback krijgen. Dat proberen we er dan ook in te houden. Als nu een klant zegt ‘die jongen deed het super’, dan probeer ik dat weer door te geven. Dan zie je ze groeien, want het is toch een stukje waardering. We hebben die gesprekken door omstandigheden wat laten verwateren, maar dat komt goed. Erik pakt het samen op met personeelszaken, zodat we weer goede lijnen krijgen en dat iedereen weet waar we naartoe willen.”
Bij Van Impelen gaan ze gelijkwaardig en open de functioneringsgesprekken in. “Kritiek op ons is ook goed. Daar kunnen wij ook van leren” vertelt Anton. “Maar wij komen natuurlijk ook met verbeterpunten. Hoe dan ook, het is belangrijk dat je niet 1 op 1 gaat zitten en zegt ‘joh goed gedaan, ga zo door. Hier is je loonsverhoging conform cao.’ Dat vind ik geen gesprek en heeft geen enkele zin. Ik heb dat zelf vroeger meegemaakt en dat is niks.”
“Niemand staat boven een ander, ook wij als directie niet”
Tegenwoordig moet je je mensen ook wel tevreden houden, want iedereen loopt aan je personeel te trekken. “Klopt” zegt Anton. “Een machinist zei me laatst ‘Anton, je moest eens weten hoe vaak ik gebeld word. Dat is niet normaal, gewoon bizar.’ Het is een bekend probleem, maar gelukkig zijn de jongens heel loyaal en is er weinig verloop.
We doen ook veel om onze waardering te tonen. Zo krijgt iedereen onder andere wat met Sinterklaas, hebben we een diner met kerst en een barbecue in de bouwvak. We doen van alles om die betrokkenheid goed te houden en daar speelt onze mentaliteit ook een grote rol in. Bij ons is er veel respect voor elkaar. Niemand staat hier boven een ander. Ook wij als directie niet. Je doet het met zijn allen. We kunnen niet zonder elkaar en hebben elkaar allemaal nodig. We doen waar we goed in zijn en gaan er 24/7 voor, 365 dagen per jaar. Iedereen in zijn waarde laten, dat is belangrijk. Dat merk je ook in de groep. Zo hebben de jongens veel plezier onderling. We hebben ze van jong tot oud. Van 19 tot 69. Op vrijdagmiddag zitten ze allemaal in de kantine. Lachen, gieren, brullen. Ze maken elkaar uit voor ‘ouwe’ en ‘snotjong’ en kunnen veel van elkaar hebben. Het respect is groot. De jongeren voelen zich hierdoor gewaardeerd en de ouderen voelen zich niet afgeschreven.”